Vlieg!

Ik volg best veel schrijvers op Facebook. De meeste ken ik persoonlijk. En de afgelopen jaren zag ik regelmatig posts voorbij komen van onder andere Marcel van Driel, Wilma Geldof, Marcel Vaarmeijer, Margje Woodrow, Cis Meijer en Judith Visser die bezig waren met de laatste puntjes van hun nieuwste boek. Zo bijzonder leek me dat.
En als ik dan zo’n post voorbij zag komen, durfde ik even weg te dromen en te hopen dat ik het ooit ook zou mogen meemaken. Ik vroeg me echt af hoe zoiets zou voelen.

Op 8 september 2015, kreeg ik te horen dat mijn boek dit voorjaar zou uitkomen. Ik weet nog precies waar ik was en met wie toen ik gebeld werd door de redacteur van Moon. En hier zit ik dan, op vijf dagen na, een half jaar later.
Vanmorgen postte ik zo’n zelfde berichtje op Facebook. Ik realiseerde me opeens dat dit de superallerlaatste keer is dat ik ‘mijn Joehoe’ zou lezen als manuscript op A4-papier. De eerstvolgende keer dat ik hem onder ogen en in mijn handen krijg is het een boek.
Een verhaal dat niet langer alleen maar van mij is, maar zijn weg zal vinden naar de lezers. Die het hopelijk met net zo veel plezier zullen lezen als dat ik het schreef. Ik vind het best eng. En doet me meer dan ik wil toegeven.

Terwijl ik dit stukje zit te tikken luister ik naar Butterfly van Mariah Carey. En lopen de tranen over mijn wangen. Want daar zijn de woorden die ik mijn eerste kinderboek wil toefluisteren.

Now I understand
I must open my hands
And watch you rise

Spread your wings and prepare to fly
For you have become a butterfly
Fly abandonedly into the sun
So spread your wings and fly
My butterfly

Goede voornemen

De maand dendert over ons heen. December. De maand van de feesten en partijen. De sint is nog niet goed en wel de haven uit als ik de kerstboom weer van de zolder trek. Met gemengde gevoelens haal ik alle kerstzooi te voorschijn. Het varieert van: ‘Gut, wat een leuke ballen heb ik liggen.’ tot ‘Nee, niet dat stomme treintje met dat schelle pokkendeuntje’.

Toch sleep ik alles naar beneden. De boom zet ik in elkaar, de lampjes en de piek gaan er in. En dan ben ik er al weer klaar mee. Het liefst had ik hem weer ingepakt. Vorig jaar stond onze kerstboom op 2e kerstdag al weer op zolder. Maar omdat we kadootjes uit Amerika krijgen MOET die boom staan. Kadootjes horen onder de boom.

Toen mijn jongens thuis kwamen uit school waren ze blij toen ze de halfnaakte kerstboom zagen. Hun gezichtjes straalden en zonder pardon werden de ballen erin gehangen. Hij staat. De kerstboom…

Het leek maar zo kort geleden dat ik dat ding naar boven deed, maar face it: het is een jaar geleden. In mijn hoofd speelt mijn film van 2012 zich af. Wat is er terechtgekomen van mijn goede voornemens, mijn afspraken met mezelf?

Weinig.

Ik had mezelf, en jou, beloofd om te debuteren in 2012. Dát was de enige afspraak die ik maakte met 2012.

En dat is niet gelukt. Natuurlijk is het mijn eigen schuld. Afgelopen jaar was ik een losgeslagen projectiel. Ikzelf was degene die van alles voor iedereen wilde doen. Ik stopte te weinig tijd in hetgeen ik het liefste doe. Dat moet nu anders. Het liefst zou ik je nu willen beloven dat ik volgend jaar debuteer, maar dat durf ik niet hardop te beloven.

Mijn goede voornemen voor komend jaar: meer schrijftijd voor mezelf. En dat betekent ook dat ik weer elke maand op de 21e een blog plaats. Beloofd!

 

© Angelique van Dam december 2012

 

 

Het Schrijfavontuur

Eindelijk 2012!

Een jaar waar ik al jaren naar uit kijk. In 2009 sprak ik met mezelf af dat ik zou debuteren in 2012, daar was ik toen écht heilig van overtuigd. En nog steeds. Alleen vraag ik me nu, zo aan het begin van ‘mijn’ jaar af of het
‘een-écht-boek-in-je-handen-hebben-met-tekeningen- en-isbn-nummer’ haalbaar is.
Ik weet inmiddels dat het niet op deze manier gaat: je stuurt een verhaal naar een uitgever, die natuurlijk staat te trappelen om je boek te mogen uitgeven. Je hoort binnen drie weken dat ze het gaan uitgeven en dan heb je twee maanden later je boek in handen. Helaas gaat daar langere tijd overheen. En ik moet je eerlijkheidshalve toegeven dat ik nog niet één manuscript naar een uitgever heb durven sturen.

Misschien is het tijd om heeeel voorzichtig mijn zelfbedachte debuutjaar te verschuiven naar 2013. Gewoon omdat dat haalbaarder lijkt.
Want debuteren: dat ga ik.
Met deze debuutgedachte in mijn achterhoofd schoof ik het nieuwe jaar in. Keihard schrijven dit jaar, nog meer dan voorgaande jaren. Ik kreeg van een bevriende schrijfster een mailtje, of ik ook meedeed aan het schrijfavontuur.
Hongerig naar informatie las ik er alles over.
Een schrijfavontuur: dat lijkt me geweldig! Je boek schrijven binnen één maand.

Ik zag het wel zitten en schreef me in. En zo komt het dus dat ik op 1 februari aanstaande start met mijn schrijfavontuur. Samen met andere schrijvers/schrijfsters gaan we keihard schrijven. Elke dag. Wat een heerlijk vooruitzicht!! Ik weet inmiddels van mezelf dat ik die stok achter de deur nodig heb. En samen met anderen een stok hebben lijkt me fantastisch! Ik vind het reuze spannend, want dit verhaal dat ik ga schrijven, kan nog wel eens mijn debuut gaan worden..

Denk je aan me de komende maand?

© Angelique van Dam – januari 2012

 

Februari 2012

Een leeg nest

Terwijl mijn vriendinnen vol in de poepluiers en nachtelijke voedingen zitten met hun nieuwe baby’s, bereid ik me langzaam voor op het naar school gaan van mijn jongste zoon. Over drie weken wordt hij vier. Hij oefent eens per week bij de kleuters. Superspannend voor hem. Als ik hem ‘s morgens vroeg vertel dat hij weer naar de kleuters mag, is hij door het dolle heen. Als we zijn grote broer wegbrengen weet hij niet hoe snel hij naar de kleuterklas moet sprinten. Want dat is waar hij de hele week op wacht: naar de kleuters gaan. Als hij het klasje instapt en alle kindjes ziet realiseert hij zich opeens dat ik dan ook wegga. Hij knuffelt en kust me dat het een lieve lust is. Als ik het klasje uit loop rent hij me snel achterna.

‘Nog één kusje mama.’ De juf komt en haalt hem op. Hij loopt gewillig met haar mee. En dan draait hij zich om: ‘nog één kusje mama, en een knuffel.’ Mijn kereltje is stoer, maar dan even niet. Snel ga ik naar huis, met een hoofd vol plannen. Gelukkig weet ik hij het super heeft op school. En dat ik even mijn handen vrij heb om iets te doen, in huis of voor mezelf. Meestal komt er niets van terecht, en zit ik dom op het internet of haal snel even een boodschapje.

Toen hij zo’n klein hummeltje was en mij druk bezig hield met vieze luiers en nachtvoedingen, heb ik reikhalzend uitgekeken naar juni 2011.
En nu het bijna zo ver is, kan ik naar hem kijken en wensen dat hij nog dat baby’tje was waar ik de hele dag zo druk mee was. Over een paar weken heb ik beide kinderen op school.
Wat voel ik daarbij? Ben ik nu oud, tussen al die baby mama’s, omdat ik schoolgaande kinderen heb? Ik kan niet meer mee praten over voedingen en vieze luiers. Maar juist die vriendinnen wijzen met op de vrijheid die ik weer krijg.
Vrijheid om weer eens ongestoord alleen een winkel binnen te lopen en iets te passen, een vriendin op te zoeken en kunnen kletsen zonder met één oog je jongste kind in de gaten te houden, ongestoord een boek lezen. Of eindelijk díe tijd in het schrijven te stoppen die het verdiend. Maar waarom voel ik dan toch een beetje weemoed en verlangen naar kinderen die thuis zijn. Is het omdat ik het zo gewend ben om altijd kinderstemmetjes te horen, onmogelijke vragen te beantwoorden, te knutselen en voor te lezen, antwoord te geven op de vragen die hij stelt, te schrijven en telkens weer bruut uit mijn eigen verhaal getrokken te worden.
Ik besef nu dat ik een andere levensfase in ga. Ikzelf én de kinderen.
Nu borrelt ook de onderliggende reden waarom ik uitkeek naar de zomer van 2011 weer boven.
Als deze kleine draak ook naar school gaat heb ik in één klap veel tijd om nu écht serieus met het schrijven bezig te gaan. Schrijfkilometers te maken. Want het andere waar ik ook naar uitkijk: een kinderboek van mijn hand in de winkel, lijkt op eens een beetje meer realistisch. Ik beloofde het mezelf in 2009, dat ik in 2012 zal ik gaan debuteren. Ik geloof erin, jij ook?

©Angelique van Dam – mei 2011