Ik volg best veel schrijvers op Facebook. De meeste ken ik persoonlijk. En de afgelopen jaren zag ik regelmatig posts voorbij komen van onder andere Marcel van Driel, Wilma Geldof, Marcel Vaarmeijer, Margje Woodrow, Cis Meijer en Judith Visser die bezig waren met de laatste puntjes van hun nieuwste boek. Zo bijzonder leek me dat.
En als ik dan zo’n post voorbij zag komen, durfde ik even weg te dromen en te hopen dat ik het ooit ook zou mogen meemaken. Ik vroeg me echt af hoe zoiets zou voelen.
Op 8 september 2015, kreeg ik te horen dat mijn boek dit voorjaar zou uitkomen. Ik weet nog precies waar ik was en met wie toen ik gebeld werd door de redacteur van Moon. En hier zit ik dan, op vijf dagen na, een half jaar later.
Vanmorgen postte ik zo’n zelfde berichtje op Facebook. Ik realiseerde me opeens dat dit de superallerlaatste keer is dat ik ‘mijn Joehoe’ zou lezen als manuscript op A4-papier. De eerstvolgende keer dat ik hem onder ogen en in mijn handen krijg is het een boek.
Een verhaal dat niet langer alleen maar van mij is, maar zijn weg zal vinden naar de lezers. Die het hopelijk met net zo veel plezier zullen lezen als dat ik het schreef. Ik vind het best eng. En doet me meer dan ik wil toegeven.
Terwijl ik dit stukje zit te tikken luister ik naar Butterfly van Mariah Carey. En lopen de tranen over mijn wangen. Want daar zijn de woorden die ik mijn eerste kinderboek wil toefluisteren.
Now I understand
I must open my hands
And watch you rise
Spread your wings and prepare to fly
For you have become a butterfly
Fly abandonedly into the sun
So spread your wings and fly
My butterfly