Direct nadat de Sint met zijn Pieten weer vertrokken is naar Spanje, moet en zal die kerstboom van de zolder af. Ik wil dat dan. Stiekem wil ik hem gewoon al in november zetten. Maar ja, kleine kinderen hier, dus ik doe ‘gezellig’ mee aan Sinterklaas. Meestal staat de boom de dag na Sinterklaas. Dit jaar met gevaar voor eigen leven… Het was nogal een rommeltje (en nog steeds) bij mij op zolder.
Maar belofte maakt schuld, ik had de jongens beloofd de woensdag na Sinterklaas de kerstboom op te tuigen. Had er niet aan gedacht mijn lief te vragen de kerstpullen vast te pakken. Gewapend met een gammele huishoudtrap en twee jongens in mijn kielzog vertrokken we richting zolder. Met een raar gevoel in mijn buik of ik wel weer van die vlonder af zou komen, instrueerde ik de kids om direct naar de buren te lopen als mama van de vlonder af zou kletteren. Je had ze moeten zien kijken…
Op de vlonder aangekomen, kreeg ik eerst ontzettende kramp in mijn voet. Jaha, lekker krampachtig de vlonder op klimmen met mijn 35-jarige lijf. Gaat niet echt soepel meer. Kermend en kreunend lag ik op de vlonder. Mijn oudste zoon vroeg of hij de buurman moest gaan halen. Nee, nog niet nodig mannetje.
Tussen de laatste babyspullen, zomerspullen en pakken laminaat lagen de kerstspullen. Eerst alles maar eens naar de voorkant van de vlonder schuiven, zodat ik het later, vanaf de trap zo kon pakken. Druk in gedachten en scheldend op mezelf (en mijn lief) vanwege de bende daar, besefte ik me ineens dat ik de jongens niet meer hoorde. Normaal zijn ze nooit zo stil. Ik hing over de rand van de vlonder en riep ze. ‘Mama, we zitten hier!’ kreeg ik als antwoord. Een glimlach, ze zaten met zijn tweetjes helemaal weggedoken tussen de droger en de wasmachine. Op een stukje vloer van maximaal een halve vierkante meter.. Jammer dat je op zulke momenten geen camera bij de hand hebt. Ze deden me denken aan oorlogskindjes op een geheime zolder. Maar dan met pretoogjes. Toen ik vroeg waarom ze juist daar zaten zei de oudste: ‘Als je dan van de zolder afvalt, val je in ieder geval niet boven op ons’. Daar had hij een punt.
Na een kleine tien minuten had ik alles op de rand van de vlonder gezet. De boom, de ballen, de andere versiersels. Ik strekte mijn voet uit om te voelen waar de trap was en daar begonnen ze: ‘Mama, mama, goed zo, je bent er bijna!’ Moeilijk om dan je lachen in te houden en geconcentreerd af te dalen. Toen ik op de rand van de trap stond te balanceren, sprongen de jongens op en kreeg ik luid applaus! Ze waren helemaal door het dolle heen!! Wat een schatjes en wat een vertrouwen.
Na een paar keer heen en weer sjouwen met dozen lag al de kerstzooi in de kamer. Jemig, ik had nog niet nagedacht over een geschikte plek voor de boom. Dan maar voor het keukenraam. Niet de meest voor de hand liggende plek, maar nu staat ie me niet in de weg. Je kunt je voorstellen dat de mannetjes zelf de ballen in de boom wilden hangen. Ja, natuurlijk, alles op ooghoogte. Subtiel heb ik gestuurd hoe de ballen moesten hangen, dat snap je.
En nu, zo net voor de kerst heb ik al weer flink de balen van die kerstboom. Vraag me niet waarom, hij staat niet in de weg, er liggen veel cadeautjes uit Amerika onder. Wat wil je nog meer? Nou, gewoon weer mijn huis zoals het is. Opgeruimd en netjes, geen storende kerstbomen voor mijn keukenraam. Geen jengelende wintergezichten op de kasten, geen kerstman die telkens van de vensterbank af valt. Geen kinderen die elke morgen beneden komen, de kerstboom het eerst groeten en vragen hoeveel nachtjes ze nog moeten slapen voordat de cadeautjes open mogen.
Ik overweeg om volgend jaar een kerstboom aan het plafond te hangen, gewoon op zijn kop. Kan ik volgend jaar ook niet lopen zeuren dat ik hem zat ben, omdat ik niet kan stofzuigen onder dat ding, of dat hij me het uitzicht naar mijn tuin ontneemt. Hoe het dan met de cadeautjes moet? Tja, dat zien we dan wel weer. Eerst maar eens zien of ik mijn lief zo gek kan krijgen dat hij een haak in het plafond gaat maken.
Fijne Feestdagen!
©Angelique van Dam – december 2010