Katers, poezen, leeuwen en tijgers

Schandalig! Ik weet het.
In augustus voor het laatst een blog geplaatst. Dat is me de afgelopen drie blog-jaren niet eerder gebeurd. Daarom begin ik deze blog maar met het aanbieden van mijn nederige excuses voor het teleurstellen van jou, mijn volger.

Wil je het weten, waarom ik me niet liet zien op het wereldwijdeweb? Echt? Waarom heb je dan geen berichtje achter gelaten bij mijn laatste blog, of op mijn Facebookpagina? Als ik had geweten dat er één iemand, jij bijvoorbeeld, zat te wachten op een teken van leven van mij, dan had ik iets geplaatst. Echt!

Eigenlijk weet ik niet zo goed waarom ik hier niet was. Natuurlijk zag ik de meldingen in mijn agenda staan dat ik een blog moest schrijven en plaatsen. Maar iets in mij vond, zo leek het, dat ik dat best een keertje kon overslaan of twee keertjes…

De afgelopen weken waren idiote weken. Drukte om me heen, drukte op het werk, drukte in mijn huis en vooral drukte in mijn hoofd. Die laatste drukte had vooral te maken met Joehoe. Ik zal eerlijk zijn. Ik had een schrijf kater.

Begin oktober was het mijn beurt om 30 pagina’s van mijn manuscript in te leveren bij mijn mede ScriptPlussers. Ik was zo blij, zo intens tevreden over het resultaat. Toen ik mijn stuk verstuurde naar de klas en de juf voelde ik me als een spinnende kat.
Ik was zo overtuigd dat er nu niets technisch meer aan te merken was op mijn verhaal (of in ieder geval, het begin ervan). En dat ik volgend jaar, tijdens de kinderboekenweek ook ergens op een school mijn boek zou signeren. Met dat gevoel ging ik naar school.

Na het rondje tops wist ik dat het goed zat. Dit verhaal is zo leuk, zit zo goed in elkaar, het perspectief is zó 100%. Ik werd er een spinnende tijger van.
Toen kwam het rondje tips. Echt, zo heftig waren ze helemaal niet, het waren suggesties van collega schrijvers, maar daar ging ik. Ik wilde huilend als een klein meisje de les uit lopen. Ik hield me in, maar wat had ik er de pest in zeg. Dat rotgevoel ging niet weg en bleef knagen tot een paar dagen na die bewuste bijeenkomst. Toen ik op mijn eerstvolgende schrijfdagje mijn feedback weer pakte en alles ging doorlezen bekroop me weer een naar gevoel.
Want, als ik wel of juist geen aanpassingen doorvoer. Wat of wie garandeert mij dat ik Joehoe uitgegeven krijg? Niets en niemand.

Na een hele rits ‘nazorg’ mailtjes van mijn schrijfmaatjes en bijna therapeutische gesprekken met mijn lief krabbelde ik er weer boven op. Nu, drie weken later weet ik wat het is geweest. Iemand probeerde aan mijn kindje te komen.
Het enige ding in mijn leven waar alleen ik bepaal hoe iets loopt werd liefdevol en zacht een andere kant op geduwd. En omdat ik dat niet wilde, gebeurde er iets met me.
Even werd ik een vechtende leeuwin en wilde mijn Joehoe-kindje verdedigen. Want dat gevoel, weet ik nu, was alleen maar omdat ik weet en voel dat het verhaal goed is, zoals het is. Bovendien één ogenschijnlijk klein detail aanpassen heeft een enorm domino effect in het hele verhaal.

En terwijl ik dit schrijf, verandert er weer iets in me en voel ik me een hulpeloos welpje. Wachtend op ‘mama uitgever’ die sussend zegt dat het allemaal goed komt met Joehoe. Dat dát niet gaat gebeuren weet ik.
Want ik heb nog geen uitgever gevonden voor Joehoe. Nog niet eens gezocht.

Dus daarom zeg ik nu (en toch vind ik dat best heel eng om zo hardop te zeggen).
Joehoe gaat vóór 1 december de deur uit. Want als ik mijn complimenten verzameling teruglees over dit verhaal, dan kan het niet anders dan dat er een uitgever in Nederland zit te wachten op Joehoe.

Angelique